Het bloemstuk bestaat uit de kleuren wit, groen en rood.
Wit is de kleur van het Geloof, groen van de Hoop en rood van de Liefde en ook van de Heilige Geest.
Op het blad van de vingerplant vinden we rode rozen: het symbool van gedragen worden door God.
De groene boog is het teken van Gods trouw. Zonder de trouw en de liefde van God kan het werk in onze gemeente door de ambtsdragers niet worden gedaan.
Het visnet verwijst naar de taak van de ambtsdragers: Ik zal u maken tot vissers van mensen.
De Bijbel en de collectezak maken het geheel compleet.